Liefde verdrijft angst; maar omgekeerd verdrijft angst liefde. En niet alleen liefde.
Angst verdrijft ook intelligentie, verdrijft goedheid, verdrijft elke gedachte aan schoonheid en waarheid.
- Aldous Huxley
Volgens mij komt menselijk handelen voort uit twee tegengestelde krachten: liefde en angst. Hoe je opgroeit bepaald voor een groot deel welke kracht in jouw handelen dominant is. Groei je op in een liefdevolle omgeving, dan ken je liefde en kan je het geven. Als je opgroeit in een onveilige of instabiele omgeving, dan bepaalt angst hoe je in het leven staat.
Deze podcast draait om verbinding en kwetsbaarheid, dus het logisch dat ik met jullie deel waar ik vandaan kom.
Subscribe en luister via
Over
Romario Ritfeld
Ik ben opgegroeid in Slotermeer, een wijk in Amsterdam-west. Daar woonde ik samen met mijn halfbroer, mijn moeder en mijn vader. Wij waren geen liefdevol gezin. Van mijn hele jeugd heb ik geen herinnering aan enig moment van liefde tussen mijn vader en mijn moeder. Ik geloof ook niet dat dat er was. Een kind voelt dat heel goed aan, vaak veel beter dan een volwassene. Een kind dat opgroeit in een gezin vol conflicten, die zelden tot nooit worden uitgepraat of opgelost, kan gemakkelijk verdwalen.
Wat is goed, en wat is fout?
Sta ik achter mijn vader?
Of kies ik de kant van mijn moeder?
Toen ik 7 was vertrok mijn vader, na een hevige ruzie met mijn moeder. Voor mij was dit een fijn moment; ik wist dat hij niet wegliep van mij, maar dat hij de situatie thuis gewoon niet meer kon dragen. Ik dacht dat de spanning in huis veel minder zou zijn. Niks bleek minder waar.
Het leven ging door, en het vertrek van mijn vader werd door mijn moeder als een afwijzing ervaren. De onverwerkte emoties van mijn moeder werden vervolgens op mij geprojecteerd, en dat heeft diepe sporen achtergelaten, zowel fysiek als mentaal. De wonden die mijn ouders al vanuit Suriname hadden meegenomen kwamen door hun scheiding meer naar de voorgrond. Het werd niet beter.
Er was geen ruimte om mijn emoties op een goede manier te leren reguleren en ook voor mijn mening was er geen plaats. Als jouw persoon en jouw mening er niet toe doen in een omgeving die juist de meest veilige zou moeten zijn, dan kan je het geloof creëren dat jij er in het geheel niet toe doet. Dat was bij mij het geval.
Als iemand me zou vragen hoe het met me ging dan zou ik heel snel zeggen ‘gaat goed en met jou? Dan hoefden we het niet over mij te hebben, dat was wel zo makkelijk. Waarom zouden we ook? Als ik iets zei of mijn mening gaf werd het toch gauw weggewuifd, genegeerd of weersproken.
Mijn associatie met spreken was ‘het doet er toch niet toe’ of ‘ze luisteren toch niet’. Ik ga niet ontkennen dat ik geen lieve jongen was, maar het respect dat ik kreeg gaf ik terug. En wat ik inmiddels ook begrijp is dat het heel moeilijk is om liefde te geven als je bezig bent te overleven. Helemaal als je niet weet wat liefde is.
Ongemak is de prijs van toegang tot een zinvol leven.
Rond mijn 22 kwam er een punt dat ik me begon te realiseren dat mijn overlevingsstrategieën schadelijk waren voor mijn mentale gesteldheid. Ik zocht hulp in een hoek die in mijn omgeving, in mijn cultuur, ongebruikelijk was: therapie.
Of je nou voor of tegen therapie bent, het is duidelijk dat het je nieuwe inzichten kan geven, over jezelf, over het leven, en over jouw plek daarin. Toevallig, of misschien juist wel niet, was het rond dezelfde tijd dat ik voor het eerst in mijn leven een boek oppakte. Dat was het moment waarop ik me besefte hoe weinig ik eigenlijk wist, en vanaf dat moment heb ik me er sterk voor gemaakt om mezelf te ontwikkelen en mijn kennis te verbreden aan de hand van oprechte verbindingen.
Ik ben een zoon, een neef, een oom, een collega en vriend en het mooiste geschenk is dat ik ook een vader mag zijn van een jongedame genaamd Faye. Ik geef graag aan een ieder wat ik te bieden heb en ontvang graag wat de ander te bieden heeft.